Waarde wordt verminderd door mogelijke komst windmolenpark
X is eigenaar van een landelijk gelegen vrijstaand woonhuis, dat hij op 2 januari 2004 voor € 511.000 kocht. In november 2002 heeft de gemeente in een persbericht de mogelijke aanleg van een windmolenpark aangekondigd, op 850 meter van de woning en 450 meter van X’ perceel. De gemeente heeft de WOZ-waarde 2007 (peildatum 1 januari 2005) vastgesteld op € 502.000. De rechtbank vermindert in beroep de waarde tot € 447.000. De gemeente gaat in hoger beroep. In geschil is of de ligging van X’ object in de nabije omgeving van een potentieel plaatsingsgebied van windmolens per 1 januari 2005 moet leiden tot een lagere waarde dan de gemeente heeft vastgesteld. Het hof oordeelt dat het op een peildatum bestaande voornemen van een gemeente om in de nabijheid van een object een windmolenpark te realiseren, de waarde daarvan beïnvloedt. X maakt aannemelijk dat hij bij aankoop niet op de hoogte was van de gemeentelijke voornemens. Een windmolenpark zorgt voor een minder vrij uitzicht en enige geluidsoverlast. Daarnaast kan overlast ontstaan door de slagschaduw van de wieken, welke overlast afhankelijk is van de stand van de zon en plaats van de molen. Aannemelijk is dat een potentiële koper van een onroerende zaak zich bij zijn keuze uit verschillende te koop aangeboden objecten zal laten leiden door een ligging dichtbij of verder verwijderd van een al aanwezig of nog aan te leggen windmolenpark. Het hoger beroep van de gemeente is ongegrond.
Bron: WOZinformatie